GEBED IEDERE DAG

Gebed van de heilige Geest
Woord van god elke dag

Gebed van de heilige Geest

Feest van de heilige maagd Maria, Moeder van de kerk Lees meer

Libretto DEL GIORNO
Gebed van de heilige Geest
Maandag 20 mei

Feest van de heilige maagd Maria, Moeder van de kerk


Lezing van Gods Woord

Alleluia, alleluia, alleluia !

Wie niet uit water en geest wordt herboren,
kan het rijk van God niet binnentreden.

Alleluia, alleluia, alleluia !

Johannes 19,25-34

Intussen stonden bij het kruis van Jezus zijn moeder, de zuster van zijn moeder, Maria de vrouw van Klopas, en Maria van Magdala. Jezus zag zijn moeder, en bij haar de leerling van wie Hij hield. Toen zei Hij tegen zijn moeder: ‘Vrouw, daar is nu je zoon.' Vervolgens zei Hij tegen de leerling: ‘Daar is je moeder.' Toen, van dat uur af, nam de leerling haar bij zich in huis op. Jezus wist dat alles thans volbracht was. Daarom zei Hij - want de Schrift moest ten volle in vervulling gaan - ‘Ik heb dorst.' Er stond daar een kruik met zure wijn. Ze doopten er een spons in, staken die op een hysopstengel en brachten die aan zijn mond. Toen Jezus van die wijn gedronken had, zei Hij: ‘Het is volbracht.' Daarop boog Hij het hoofd en gaf Hij de geest.
Omdat het voorbereidingsdag was en de Joden niet wilden dat er op sabbat lijken aan het kruis zouden hangen - het was nog wel een heel bijzondere sabbat - vroegen ze aan Pilatus of men hun de benen mocht breken en hen weghalen. Daarop kwamen de soldaten de benen breken van zowel de eerste als de tweede die met Hem gekruisigd was. Maar toen ze bij Jezus kwamen en zagen dat Hij al dood was, braken ze zijn benen niet. Wel doorstak een van de soldaten met een lans zijn zijde, en meteen kwam er bloed uit en water.

[Copyright © 1995 Katholieke Bijbelstichting]

 

Alleluia, alleluia, alleluia !

De Geest van de Heer rust op Mij,
Hij heeft Mij gezonden om de blijde boodschap te brengen aan de armen.

Alleluia, alleluia, alleluia !

Na de viering van Pinksteren, dat het begin is van de geschiedenis van de kerk in de wereld, nodigt de liturgie ons uit om Maria te beschouwen als Moeder van de kerk. Dit moederschap blijkt al onder het kruis, als Jezus tegen Maria zegt: "Vrouw, daar is nu je zoon" en tegen de leerling: "Daar is je moeder". Deze woorden van Jezus zijn ook gericht tot ieder van ons die zo graag op veilig wil spelen, problemen wil vermijden, de andere kant opkijkt van het lijden en de uitdaging om ten strijde te trekken tegen het kwade niet wil aangaan. Misschien begreep Maria op die dag de waarheid van wat Simeon tegen haar gezegd had: "Ook door uw ziel zal een zwaard gaan" (Lc 2, 35), net zoals de lans de zijde van Jezus had doorboord. Overal waar een gemeenschap van leerlingen wordt gevormd onder het kruis, het teken van elk menselijk lijden, daar is de kerk. We moeten onder het kruis staan en stilstaan bij de vele beproevingen van zovelen die gekruisigd worden, om troost te ontvangen van een Moeder en een Zoon, om broers en zussen te hebben die ons niet alleen laten. "Van dat uur af", zegt het evangelie, "nam de leerling haar bij zich in huis op". De moeder van Jezus in huis opnemen, in je hart, betekent bij haar zijn onder de vele kruisen van de wereld als teken van hoop en het begin van een nieuw leven, van een nieuwe familie die gevormd wordt. De icoon van de kruisiging, met Maria en Johannes onder het kruis, wordt het model van de kerk, van elke christelijke gemeenschap.

Het gebed is het hart van het leven van de Gemeenschap van Sant’Egidio. Het is haar eerste “werk”. Aan het einde van de dag komt elke Gemeenschap, of die nu klein of groot is, samen bij de Heer om het Woord te beluisteren en zich tot Hem te richten in het gebed. De leerlingen kunnen niet anders dan aan de voeten van Jezus zitten, zoals Maria van Bethanië, om het “betere deel” te kiezen (Lc 10, 42) en van Hem zijn gezindheid te leren (vgl. Fil 2, 5).

Elke keer dat de Gemeenschap zich tot de Heer richt, maakt ze zich die vraag eigen van de anonieme leerling: “Heer, leer ons bidden!” (Lc 11, 1). En Jezus, meester in het gebed, antwoordt: “Wanneer jullie bidden, zeg dan: Abba, Vader”.

Wanneer we bidden, ook in de geslotenheid van ons eigen hart, zijn we nooit alleen of verweesd. Integendeel, we zijn leden van de familie van de Heer. In het gemeenschappelijk gebed wordt naast het mysterie van het kindschap, ook dat van de broederschap en zusterschap duidelijk.

De Gemeenschappen van Sant’Egidio, verspreid over de wereld, verzamelen zich op de verschillende plaatsen die gekozen zijn voor het gebed en brengen de hoop en het verdriet van de “uitgeputte en hulpeloze mensenmenigte” waarover het Evangelie spreekt (Mt 9, 37) bij de Heer. Deze oude menigte omvat de inwoners van onze hedendaagse steden, de armen die zich bevinden in de marge van het leven, en iedereen die wacht om als dagloner te worden aangenomen (vgl. Mt 20).

Het gemeenschappelijk gebed verzamelt de schreeuw, de hoop, het verlangen naar vrede, genezing, zin en redding, die beleefd worden door de mannen en vrouwen van deze wereld. Het gebed is nooit leeg. Het stijgt onophoudelijk op naar de Heer opdat verdriet verandert in vreugde, wanhoop in blijheid, angst in hoop, eenzaamheid in gemeenschap. En het rijk Gods zal spoedig temidden van de mensen komen.