GEBED IEDERE DAG

Gebed voor de armen
Woord van god elke dag

Gebed voor de armen

De Roma, ook de moslims onder hen, vieren het feest de van de heilige Joris, die omstreeks het jaar 303 als martelaar stierf om de kerk te bevrijden. Lees meer

Libretto DEL GIORNO
Gebed voor de armen
Maandag 6 mei

De Roma, ook de moslims onder hen, vieren het feest de van de heilige Joris, die omstreeks het jaar 303 als martelaar stierf om de kerk te bevrijden.


Lezing van Gods Woord

Alleluia, alleluia, alleluia !

Dit is het evangelie van de armen, de bevrijding van de gevangenen,
het zicht van de blinden, de vrijheid van de onderdrukten.

Alleluia, alleluia, alleluia !

Johannes 15,26-16,4

Wanneer echter de Helper komt die Ik jullie zal zenden als Ik bij de Vader ben - de Geest der waarheid, die van de Vader komt - zal Hij over Mij getuigenis afleggen; en ook jullie moeten getuigenis afleggen, want jullie zijn vanaf het begin bij Mij.
Dit heb Ik jullie gezegd om je te waarschuwen, zodat je niet ten val komt. Want ze zullen jullie uit de synagoge bannen; er zal zelfs een tijd komen dat ze denken God een dienst te bewijzen door jullie ter dood te brengen. Dat ze tot zulke dingen in staat zullen zijn, komt doordat ze de Vader niet hebben leren kennen en Mij ook niet.
Dit heb Ik jullie gezegd om je te waarschuwen: als die tijd komt, zul je je herinneren dat Ik jullie erop gewezen heb. Tot nu toe hoefde Ik jullie daar niet op te wijzen omdat Ik nog bij jullie was.

[Copyright © 1995 Katholieke Bijbelstichting]

 

Alleluia, alleluia, alleluia !

De Mensenzoon is gekomen om te dienen,
wie groot wil zijn moet dienaar worden van allen.

Alleluia, alleluia, alleluia !

De Heer stelt zijn leerlingen gerust: het is waar dat ze spoedig uit elkaar zullen gaan, maar niet om verder van elkaar verwijderd te zijn. De liefde van Jezus, we zouden kunnen zeggen de christelijke liefde, eindigt niet met het einde van de fysieke nabijheid. Jezus vraagt de leerlingen om elkaar na Pasen te bevestigen in het geloof en aan de wereld te getuigen van de liefde die hen met Hem heeft verbonden en die hen blijft leiden op hun wegen. De liefde die de Heer in hun hart uitstort, komt inderdaad van boven. Ze is niet het resultaat van hun eigen inspanning; ze is een bijzondere gave van God. Het is een buitengewone liefde: ze vermenigvuldigt zich als we ze beleven en ze verschrompelt als ze niet wordt beoefend. Jezus zegt tot hen: "Wanneer de Helper komt die Ik jullie zal zenden als Ik bij de Vader ben - de Geest der waarheid, die van de Vader komt - zal Hij over Mij getuigenis afleggen". De Geest van liefde die van de Vader komt, draagt de Zoon aan de leerlingen over. De kracht ervan wekt een vriendschap en genegenheid op die hen zo stevig en sterk bindt dat ze in staat zijn om van dezelfde kracht van de Geest te getuigen. Het getuigenis van deze liefde zal altijd tegenstand en vijandigheid oproepen, zo waarschuwt Jezus hen, van hen die Hem niet kennen. Vijanden zullen proberen het leven van de leerlingen in gevaar te brengen. Dit is de trieste realiteit van de vervolgingen waar gelovigen vandaag de dag nog steeds van te lijden hebben. Maar de leerlingen hoeven niet bang te zijn. De Heer laat de zijnen niet aan hun lot over. Natuurlijk hebben de leerlingen nog steeds een grote verantwoordelijkheid: ze moeten het evangelie van liefde doorgeven aan deze wereld, zodat zij zich afwendt van het kwaad en de zonde en de weg naar verlossing vindt.

Het gebed is het hart van het leven van de Gemeenschap van Sant’Egidio. Het is haar eerste “werk”. Aan het einde van de dag komt elke Gemeenschap, of die nu klein of groot is, samen bij de Heer om het Woord te beluisteren en zich tot Hem te richten in het gebed. De leerlingen kunnen niet anders dan aan de voeten van Jezus zitten, zoals Maria van Bethanië, om het “betere deel” te kiezen (Lc 10, 42) en van Hem zijn gezindheid te leren (vgl. Fil 2, 5).

Elke keer dat de Gemeenschap zich tot de Heer richt, maakt ze zich die vraag eigen van de anonieme leerling: “Heer, leer ons bidden!” (Lc 11, 1). En Jezus, meester in het gebed, antwoordt: “Wanneer jullie bidden, zeg dan: Abba, Vader”.

Wanneer we bidden, ook in de geslotenheid van ons eigen hart, zijn we nooit alleen of verweesd. Integendeel, we zijn leden van de familie van de Heer. In het gemeenschappelijk gebed wordt naast het mysterie van het kindschap, ook dat van de broederschap en zusterschap duidelijk.

De Gemeenschappen van Sant’Egidio, verspreid over de wereld, verzamelen zich op de verschillende plaatsen die gekozen zijn voor het gebed en brengen de hoop en het verdriet van de “uitgeputte en hulpeloze mensenmenigte” waarover het Evangelie spreekt (Mt 9, 37) bij de Heer. Deze oude menigte omvat de inwoners van onze hedendaagse steden, de armen die zich bevinden in de marge van het leven, en iedereen die wacht om als dagloner te worden aangenomen (vgl. Mt 20).

Het gemeenschappelijk gebed verzamelt de schreeuw, de hoop, het verlangen naar vrede, genezing, zin en redding, die beleefd worden door de mannen en vrouwen van deze wereld. Het gebed is nooit leeg. Het stijgt onophoudelijk op naar de Heer opdat verdriet verandert in vreugde, wanhoop in blijheid, angst in hoop, eenzaamheid in gemeenschap. En het rijk Gods zal spoedig temidden van de mensen komen.